maandag, oktober 16, 2006

Adem halen 7

Zaterdagmorgen stond ik in alle vroegte in de nog altijd groene Hollandse polder. De geur van landbouw deed deugd na het afzien in de stad. Het viel me op hoe groen alles nog was, nog blaadjes aan de wilgen... Alleen het frisse morgenwindje deed er me aan herinneren dat het toch al midden oktober is.
In Bretagne had ik twee oppervlaktepluggen gekocht, waaronder een Heddon Spook. Ik kon het niet laten om er mee aan de slag te gaan. In combinatie met m'n nieuwe Fox Lure & Shad hengel zowaar prima licht te vissen. Het is erg plezant om je kunstaas de ganse tijd te zien werken, gestuurd door de subtiele tikjes uit die schitterende hengel. Ik trok dus v-sporen in de polder. Erg leuk.
Een uur of ving ik niks, tot ik aan één van m'n favoriete plekjes kwam aangewandeld. Langs de kroosrand knalde er vlak voor m'n voeten een 70-tiger op die Heddon, man ik sprong omhoog van het verschot, wat is dat explosief als een snoek iets van het oppervlak grist! Erg tof en twintig meter verder had ik er nog eentje, iets kleiner van formaat. Vijftig meter verder had ik een misser, de vis schoot langs m'n kunstaas door, en verdwaalde ook nog een tweede keer. Ik stapte verder maar in het terugkeren, tien minuten later had ik 'm wel te knippen. Haha!
Ik trachte de kou uit m'n lijf te verdrijven door een stukje te gaan stappen naar een andere stek.
Daar bleef het verbazend stil, maar ik kon zien dat er al gevist was. Na een halfuurtje klapte er een vis, zonder enige rimpel vooraf, vanonder een plukje overhangend gras op m'n kunstaas. Het was er geen dertig centimeter diep en toch lag die vis eronder, onzichtbaar. Het water kleurde donker, gasbellen spatten kapot, geur van bagger. Een echte bak! Die dan nog eens fel door de slip ging. Met m'n lekke liesbot wilde ik niet in het water gaan, stom van me, want na wat geklungel met m'n handen schoot de vis los. Meestal vind ik dat niet erg, maar nu kon ik niet laten m'n meetlintje te voorschijn te halen en een voorzichtige schatting te maken. Ik kwam op ruim één meter, één meter tien was wat overdreven. Godverdomme, een gemiste metersnoek in de polder, godverdomme!
Het bleef een paar honderd meter stil, maar iets verderop hadden ze er wel zin in, want voor de rest van de dag kreeg ik nog een tiental aanbeten, was de tel kwijtgeraakt, maar ik wist er nog een viertal te klissen, ook een grote baars griste de Heddon van het oppervlak.
Het viel op dat de kantjes het best gaven, geen enkele vis werd in het midden gehaakt.
Zalige dag, zonder meer, alleen jammer van die gemiste knoeperd.
De twee karperstaarten die in de vooravond naar me stonden te zwaaien boven het oppervlak maakten het plaatje compleet.

Geen opmerkingen: