woensdag, september 17, 2008

Lac Du Der

In de reeks Nostalgie gekatalogeerd: de eerste trip naar Du Der. Phil Cottenier en ik hadden in het voorjaar van '92 iets opgevangen over een groot Frans meer waar misschien enorme mogelijkheden lagen. Het sprak tot onze verbeelding en dus werd in de zomervakantie een trip gepland.
We vielen omver toen we ginds over de dijk stapten, want wij als kleine Belgen waren geen groot water gewoon. 50 hectare was voor ons al veel en dan slik je wel als er zo'n slok van zo'n 4.000 hectare voor jou ligt.
De tweede mogelijke stek die we aandeden verborg een paar karpervissers, en godverdomme, hier zat Lukske De Baets met aanhang... Dat was een hint, hier moest het zijn! Maar, we hadden geen zin in buurtzitten, dus reden we helemaal naar de overkant. Na enig gezoek en gepeil vonden we een mooie stek aan de rand van een ondergelopen bos. De boot kwam er niet meer aan de pas en we voerden boilies met onze throwing sticks, de stek vol én goed open (hmm, niet enkel Baetske vistte toen al zo...). Het werd nachtwerk en iedere nacht konden we meerdere mooie vissen zakken. Het was een succes, maar de extreme hitte was moordend voor de karpers. We voelden instinctief aan dat tijdens het najaar enorme vangsten zouden kunnen...
Oktober. We vierden er allebei onze verjaardag. Phil op de derde en ik de zesde. In de modder. Wat was dat behelpen. Tegenwoordig zit iederen goed ingepikt te kamperen langs de waterkant maar toen leek het meer op een modderbad annex vermageringskuur/dieet. Pionieren, dat was het. En de actie, het ongewone wat nu zo gewoon is, deed ons verlangen naar nog méér.
We vingen ons te pletter, het stopte niet, dag en nacht. En hoe meer we met onze werppijp voerden, hoe meer vis we vingen.
Eén nacht hoorde ik Phil herhaaldelijk naar me roepen. Ik had een run, riep hij! Ik werd wakker en besefte dat ik al stond te drillen, al slapend... En naast me gilde een andere Optonic het uit en ik hoorde het niet meer. Zo vermoeiend dat karpervissen...
Aan de overkant zat Kevin Maddocks, die behoorlijk veel ving, en er uiteindelijk een film over maakte. Zo ongewoon was het niet, wij hadden er nog veel meer. Als ik me goed herinner, een goeie ton karper in zes dagen vissen. De agenda waar dit alles in genoteerd stond is al lang verloren, de vangsten ietwat vervaagd, en ach, wat maakt het uit. De grootste vissen waren een goede 19 kilo, absolute bakken in die periode.
Toen we terug thuis waren en het onze vrienden vertelden - ik herinner me het verbaasde gezicht van Darwin nog- geloofde niemand ons... Velen zouden ons volgen. Ik ben er pas 10 jaar later eens terug geweest.




dinsdag, september 16, 2008

Oostenwind in de polder

Zaterdag ging ik met Fons een dagje stappen in de polder. Hij had het weekend ervoor erg goed gevangen tijdens die stormachtige zaterdag. De wind had duidelijk in z'n voordeel gespeeld want nu lag de ganse polder zowat dicht met kroos. Erg mooi hoor, maar om te vissen... Dan maar op zoek naar enkele open stukjes die noord-zuid gericht lagen, en waar het kroos opgestuwd lag. De voorspelde oostenwind was er niet echt en het was heerlijk toeven. 's Morgens was het rustig, hier en daar een snoek en een aantal baarzen.
Het ging op Fons' spinners heel wat gemakkelijker dan op m'n beproefde streamers. Iedere aanbeet was vis voor hem, ik moest het echter stellen met niet gehaakte vissen, met gemene staartbijters. Ik kreeg zo'n mooi zelfgemaakt Schreiner-spinnertje cadeau en daar bleven ze wél aan hangen. Tot ik het spinnertje zelf in een boom hing. Fons had gelukkig een gans assortiment bij.
Kortom, op de weinige bevisbare plekjes had Fons een zestal snoeken en ik had er drie. Als ik het goed voor heb waren er een paar die een héél eind in de zeventig waren. Mooie vissen voor de polder dus!
Op enkele stekjes wemelde het van de baarzen, we hadden er elk misschien wel tien met zelfmoordneigingen.
De stelling die ik 's middags formuleerde en waar Fons zo hartelijk om kon lachen was: 'Tijdens oostenwind vliegen de gebraden kiekens niet in je mond'. Die stelling ging dus vandaag niet echt op want er was nauwelijks een briesje.
De vooravond was nog goed voor een bezoek aan het ons welbekende cafeetje, een uitsmijter en twee bier kon er wel in voor we terug naar huis karden. Merci, Fons, en ik ben jaloers op je ragfijne Fairplay-hengeltjes!

dinsdag, september 09, 2008

Anderjans vakantie

Ja, als je zelf nauwelijks gaat vissen en er voorlopig niks over te vertellen hebt, wat doe je dan? Wel, je vergapen aan andermans vakantiefoto's! Jan Walravens trok met z'n vriendin naar Vancouver om vandaaruit in drie weken in Calgary te belanden. En nu en dan wat te vissen met de vliegenhengel. Zalmen en regenboogforellen waren de klos. Niet mis. Ik was gisteren onder de indruk van z'n vakantiefoto's waarvan u hieronder een korte, mooie impressie ziet... Een zeehond die net een zalm te pakken heeft, een prachtige maar levensgevaarlijke pool, een ruim zicht op de eindeloze natuur en, uiteindelijk een verzopen Jan...