maandag, juli 30, 2007

Zwerven

Het begon al goed, of eigenlijk slecht. Ik wilde op vrijdagavond aasvissen vangen, om zaterdagmorgen in alle vroegte een levende vis te presenteren aan een moeilijk met kunstaas te verleiden snoek. In België kan dit dus nog. In Nederland niet. Goed geprobeerd, maar echter buiten het formaat van de vissen gerekend. Ik had een klein plasje gekozen, waarvan ik dacht dat er niks anders rond zwom dan handgrote gedegenereerde vissen, de tot mijn aasvissen gedegradeerde sukkelaars. Een doosje maïs en een wit broodje zouden volstaan. Ze kenden daar immers niks. Als Chris Yates himself zat ik even later naar een pennetje te turen in de kant. Mooi plasje, met een paartje ijsvogels incluis. Super op vrijdagavond. Nu nog een paar kleine vissen in dat aastonnetje krijgen! Ik zag een staartlob tussen het wier verschijnen, vlug werd de set-up een beetje omge-tuned en even later zoog het beest het korstje van tussen het wier. Een prachtige bronsbruine verwilderde schub, wat mooi! Misschien vier kilo, langgerekt en zonder buikje, ik was dol tevreden met deze perfect gave vis. Tja, maar geen camera voorhanden ... Ik viste verder en kreeg regelmatig een wegzakkertje, spijtig genoeg allemaal vissen van niet één maar wel twee handen groot. Als aasvis vind zelfs ik dat wat overdreven. Ze mochten dus allen weer zwemmen.
De twee vissen die wel geschikt waren rolden van dat kleine haakje af. Ze zwommen dus ook weer. Niks lukte dus en toch lukte alles. Veel vis, maar geen aasvis. Ook had ik een soort giebel, flink groot met z'n twee handen vol, mét een sluierstaart. Dat had ik tot nog toe alleen maar op foto's gezien. De avond vloog zo voorbij maar ik had dus nog steeds geen aasvissen...
Ik besloot dan maar om 's morgens vroeg naar Nederland te rijden, en met kunstaas wat te pionieren op - voor mij - nieuw polderwater. De uitgekozen regio viel me spijtig wat mager uit en alle water stroomde keihard, er werd flink gepompt. Het werd gauw middag. Zonder beet.
Ik zag een torenvalkje in een berm toeslaan, en opvliegen met z'n kleine prooi, is me dat een mooi vogeltje! M'n favoriete roofvogeltje trouwens. Ook liep ik tegen een zwerver aan die onder een brug lag te slapen, zielig vond ik het en de gedachte aan de arme man liet me de ganse dag niet meer los. Z'n kleine radiootje (met gekraakte antenne) dat stil spelend langs de oever van de beek stond maakt het geheel nog triester...
Ik vetrok dan maar naar betere oorden. Kilometers water werden bekeken en na korte steekproefjes minder bevonden. Uiteindelijk reed ik moegeploeterd, én om de eer te redden, terug naar één van m'n gekende poldergebieden. Zelfs daar was het een fiasco, ik zag geen snoek, geen volger, niks. Ze lagen zo vast als Al Capone in een betonblok, gedumpt onder water.
Ik besloot om 14u00 terug te rijden om Jan op te halen van z'n scoutskamp. Maar tijdens één van m'n allerlaatste worpjes peuterde ik met een grote spinner een mooie baars van onder een lage overhangende boom, die maakte dus nog wat goed. Een absoluut magere score, als je weet hoeveel snoeken daar bij een liggen!
De melkman die passeerde met z'n electrisch karretje was zo goed om me z'n visbootje aan te bieden om de polder dieper te verkennen. Ik wees het na een leuke babbel toch maar af, 't zou toch immers niks meer worden. Even later dreef ik met de kilometerslange vakantiegangers-caravan-stroom mee, terug naar België. Trok genietend een Nederlandse saté-kroket uit de muur bij Texaco, en ja, ik voelde me zowaar gelukkig in dat mooie zonlicht. Maar aan die pindasaus moeten ze echt iets doen!...


Geen opmerkingen: